Ervaringen
Jan, 65 jaar
''Ga de oorlog in je hoofd niet alleen aan''
‘’Iedere depressie is anders, maar mijn depressie vergelijk ik met een oorlog in mijn hoofd die alles blokkeert. Iedere dagelijkse handeling wordt een gevecht, die begint al met opstaan uit bed. Kleur verdwijnt uit je leven, lust en zin ontbreken. Een groot zwart gat. Zwemmen bijvoorbeeld, iets waar ik erg van geniet als het goed met mij gaat, moést ik doen om te knokken tegen de depressie. Maar plezier had ik er niet in, ik vocht ook in het water tegen mijn gedachten. Tegen het verschrikkelijke gevoel niet meer te willen leven.’’
Aan het woord is Jan Hoogland. De afgelopen 15 jaar doorstond hij twee keer een zware depressie waarvan de laatste, die anderhalf jaar duurde, in het najaar van 2016 een einde aan kwam. Het is zijn missie om iets goeds te doen met wat hij heeft geleerd uit deze donkere tijd: in alle openheid vertellen over depressie. Dit blijkt nodig ondanks dat er steeds meer aandacht is voor depressie in de media. Jan vond het lastig om begrip te vinden tijdens zijn depressieve periodes. Een buurvrouw raadde hem aan om in de bijbel te lezen en veel te bidden, een psycholoog adviseerde om meer te sporten en veel vrienden leken het gesprek over zijn depressie te ontwijken. Zelf schaamde Jan zich: hij was lichamelijk sterk, waarom kon hij dit niet overwinnen?
Alleen op de bank, zoekend op Google naar hulp, kwam hij bij de Luisterlijn terecht. ‘’De keren dat ik heb gebeld, trof ik een vrijwilliger die begripvol luisterde. Ik werd gerustgesteld: het was niet raar dat ik me al zo lang zo slecht voelde. Een depressie kan heel lang duren. Ze moedigden mij aan: hoe lang de tunnel ook is, er komt een einde aan, vertrouw daar op. Ik wist dat ze mij op afstand niet beter konden maken, net als de psychiater dat niet kon, maar de gesprekken hebben mij wel allemaal geholpen om vol te houden.’’
Dat is ook de boodschap die Jan heeft voor mensen rondom iemand met een depressie. Net als bij iemand in rouw, is het soms lastig om af te stappen op iemand die onder een depressie lijdt. Jan: ‘’Luister, bemoedig en benoem. Voor mij was het bevrijdend toen een huisarts uitsprak wat ik zelf niet durfde te zeggen: Denk je wel eens aan suïcide? Ik kon toegeven: ja, daar denk ik regelmatig aan. Blijf ook vragen hoe het gaat, want een depressie kan soms wel jaren duren.’’
Inmiddels schaamt hij zich niet meer voor zijn depressies. Hij heeft er veel over gelezen. De boeken van schrijver Matt Haig maakten indruk. ‘’Deze man heeft aan het randje van een klif gestaan maar is toch teruggelopen. Hij vergelijkt depressie en suïcidegedachten met een brandend huis waarin je je bevindt. Je wilt niet springen maar je wilt ook niet in dat brandende huis achterblijven. Je wilt niet dood maar je kunt en wilt ook dit leven niet meer. De aanleg voor depressie zit in mijn genen. Twee van mijn familieleden verkozen de dood, mijn opa (naar wie ik ben vernoemd) en een neef van me. Maar gelukkig heb ik altijd nog dat stukje kracht in me gehouden dat me van die uiterste daad weerhouden heeft. Ik ben zo blij dat ik nù kan denken en kan inzien dat voor mij suïcide de oplossing niet was. Voortdurend heb ik gedacht: ”Ik wil in de familie het goede voorbeeld geven, laten zien dat het anders kan zonder dat ik veroordelend wil zijn want hulp of begrip was er tòen zeker niet…’’
Jan is zich er van bewust dat hij kwetsbaar zal blijven voor een terugkeer van de depressie. Daarom probeert hij de signalen die daarop wijzen op tijd te herkennen, zoals een slechte nachtrust of teveel spanningen. Mindfulness, met aandacht de bezigheden doen en zorgen voor structuur in de dag, kunnen helpen om depressie voor te zijn. En natuurlijk er over praten. Zelf heeft Jan een goede vriendin die, wanneer het niet goed gaat, appjes stuurt waarin ze hem bemoedigt en vertrouwen geeft. Er over praten helpt ècht. En precies dàt wil Jan meegeven aan mensen die lijden aan een depressie: ‘’Schaam je niet en vertel het aan de mensen om je heen. Je bent de enige niet. Er zijn zo veel hulpverleningsinstanties die je willen helpen. Ga dit gevecht niet alleen aan’’.