DAG EN NACHT EEN LUISTEREND OOR

DAG EN NACHT

EEN LUISTEREND OOR

Ear-opener: Hard tegen Hard, koffiekopjes

Ear-opener: Hart tegen Hard

Wat doe je als een gesprek ineens kantelt? Je zit nog in een ontspannen koffiemoment als de toon plots omslaat. Iemand uit scherpe uitspraken waar jij je absoluut niet in kunt vinden. Ga je in discussie? Houd je je stil? Of is er een derde weg? In dit artikel deelt Pauline Seebregts, trainer bij de Luisterlijn, een persoonlijke ervaring én die van een vrijwilliger die worstelde met dit soort lastige gesprekken. Over hoe luisteren soms meer verandert dan overtuigen ooit kan.

Vanochtend gebeurde het weer. Mijn collega en ik dronken koffie met een medewerkster van een andere organisatie. Het gesprek was leuk, gemoedelijk totdat het dat ineens niet meer was. Zij wond zich op. Het ging over ‘die buitenlanders die toch maar alles van je afpakken en over de Nederlanders voor wie niets meer overblijft. Ik verstrakte. Moest ik luisteren? Moest ik er tegenin? Niets zeggen was toch geen optie? Eerder had ik het in dit soort gesprekken laten gaan. Dat voelde naderhand helemaal niet goed. Alsof je dan eigenlijk maar meepraat met de ander. Geen kleur durft te bekennen. En aldus ging ik er dit keer tegenin. Haar stem klonk luider en harder. Die van mij ook. Mijn collega ‘van kleur’ bleef echter kalm. Bewonderenswaardig vond ik. Het kalmeerde mij ook. Enigszins. 

We hadden het erover nadien. Hoe doe je dat nou toch zo’n gesprek waarin het over de grenzen gaat van je eigen normen en waarden? Had het zin dat ik er tegenin was gegaan? Dat ik had laten horen dat ik het anders zie? Waarschijnlijk niet. We waren wel goed uit elkaar gegaan en toch was er iets geschonden. 

Ik moest denken aan het gespreksverslag van één van de vrijwilligers dat ik pas had gelezen als trainer/-begeleider over een gesprek dat zij had tijdens een telefoondienst. Iemand die flink uitpakte met ideeën en meningen die haaks stonden op die van haar. Zij voelde de spanning in haar lijf. De haartjes op haar arm stonden overeind alsof ze zich extra moest bewapenen.  

Dezelfde afwegingen; Dit kon je toch maar niet gewoon laten gaan? Er zijn toch grenzen aan wat mensen maar zo kunnen zeggen? Je kunt toch niet wegkijken en maar een beetje meeknikken en -hummen terwijl er vreselijke dingen worden gezegd door de telefoon, althans in jouw ogen? Aanvankelijk zette ze dan ook stevig in. De stem van de beller klonk luider, die van haar ook. Natuurlijk kon ze het gesprek beëindigen als het echt over haar grens ging. Ze stond bijna op het punt.  

Maar toen, tussen twee ademteugen door, vroeg ze zich af; Heb ik nou contact? Heb ik écht contact?  ‘Néé!’, was het onmiddellijke antwoord. Hoe kon ze contact maken als ze alleen maar probeerde de ander te overtuigen van haar eigen gelijk!? (Die toch wel echt ‘de waarheid’ was, vond ze zelf dan). Maar toch, het bracht niet echt een gesprek op gang.  

Luisteren betekende toch niet perse dat ze het met hem eens was? Ze kon toch proberen te horen wat hij te zeggen had en waar de ander eigenlijk vandaan kwam? Begrip en instemming zijn immers niet dezelfde dingen. Hoe zou het zijn als ze zich probeerde meer te verplaatsen in zijn belevingswereld? Hoe moest het zijn voor hem wat hij meemaakte in zijn wereld? Ze ging meer achteruit. Haalde dieper adem en gaf meer ruimte. Luisterde met meer geduld. Als ze het niet kon volgen vroeg ze het uit te leggen. En dat was best vaak want over veel dingen dacht ze toch echt anders. Hij was graag bereid zijn kijk toe te lichten.  
 
Hij vertelde zijn verhaal van onrecht. De systemen van de overheid waarin hij zich bijna vermorzeld voelde. De angst dat hij veel geld terug moest betalen terwijl hij niets verkeerd had gedaan. Althans niet bewust.  

 
De toon veranderde. Het gesprek werd opener, lichter, fijner. Hij begon haar ook vragen te stellen. Hoe zij dan dacht over de dingen. Het leek wel of, doordat zij benieuwd bleef naar hem, hij zich ook meer begon af te vragen wie hij eigenlijk aan de lijn had. En zo veranderde een gesprek van hard tegen hard in iets dat meer een uitwisseling was. Bijzonder was het om even meegenomen te worden in de wereld van deze man. Zijn angst te horen en daarbij stil te mogen staan. Vooral dat. Dat had ze anders immers gemist als  
ze er rechtstreeks naar gevraagd had. Dan was dat nooit op tafel gekomen. En nu mocht het er zijn. 

Ze was blij dat het haar gelukt was om opnieuw benieuwd te zijn en zich af te vragen;  
Hoe moet het zijn voor de ander wat hij meemaakt in zijn wereld? 


Jaarlijks trainen en begeleiden trainers van de Luisterlijn honderden vrijwilligers in hun luister- en gespreksvaardigheden. Zij delen hun kennis en ervaringen graag om jou en anderen te inspireren beter te leren luisteren. Dit is een bijdrage van Pauline Seebregts (trainer bij de Luisterlijn in Tilburg).